Leo D. Lichteberg

Afl.1 Oudegrap op drift

Drifters voert triomfantelijk het hoogste woord op de nieuwjaarsreceptie in de Oude Herberg. “Ik ben er voor alle Oudegrappers”, fleemt hij en trekt daarbij een angstaanjagende grimlach die voor poeslief door moet gaan. Naast hem staat Floortje Pakmema die devoot naar hem op kijkt. “Het gaat me dun door de broek”, mompelt de Diplomaat. “Ja, dat ruik ik”, bijt boerin Braat, die haar nageltjes grasgroen heeft gelakt, hem toe. Het dorp is gespleten, raakt op drift als in een Noord- Italiaanse modderstroom. Een kwart van de dorpelingen stemde voor Drifters als de nieuwe burgemeester. “Dat betekent dat driekwart niet op hem stemde”, moppert de Diplomaat die niets van Drifters moet hebben. “Iedereen is voor mij en ik ben er voor iedereen”, vleit Drifters vrolijk verder, “Ik wens dan ook iedereen een gelukkig nieuwjaar, ook Mo en Fatima”. “Maak je borst maar nat monkelt de Diplomaat, “dit zal me het jaartje wel worden!”.

Led Ledelich

Afl. 2 Intiem Overleg

Er valt een ijzige kou over de daken van Oudegrap. Een kou die terugslaat op de anders altijd zo warme bewoners van het unieke dorpje. “Koud hè”, grapt Krelis voor de zoveelste keer tegen de Diplomaat die zich met de ene na de andere borrel warm probeert te stoken. De deur slaat open en de koude golft naar binnen. “Deur dicht”, brullen de twee in koor. Vrolijk stapt Ronnie Straal naar binnen met rond zijn lippen een eeuwig gebeeldhouwde glimlach. De kou deert hem niets. Hij stevent recht af op het tafeltje af waar Pietertje Rondtblik in conclaaf is met Fatima Jezoeskoes.

“Wat hoor ik toch voor een gebonk hierboven”, vraagt de Diplomaat zich hardop af. “O dat zijn Drifters en boerin Braat, die zijn al de hele nacht in gesprek”, antwoordt Straal. In werkelijkheid gaat het daar veel verhitter aan toe dan buiten en ploegen de twee de gehele kamasutra door om op die wijze zo dicht mogelijk tot elkander te komen. Beneden moedigt Straal Pietertje en Fatima vunzig aan om mee te doen aan de buitenissige capriolen van Drifters en Braat. “Als je maar een beetje van elkaar houdt, dan komt alles in orde”.

Afl. 3 De Grote Ommekeer

Gevijven zitten ze rond de tafel. Ronnie Straal zwijgt, boerin Braat knikt instemmend met alles wat Drifters te berde brengt. Fatima Jezoeskoes is druk met het lakken van haar nagels, alleen Pietertje Rondtblik kijkt steeds sceptischer naarmate Drifters meer en meer afkalft van zijn toch wat extreme standpunten. “Natuurlijk sta ik open voor een asielzoekerscentrum hier op het dorpsplein. En ook, ja, daar kijk je zeker van op Pietertje, ben ik van mening dat er best plaats is voor een moskee”. En alsof dat allemaal nog niet genoeg is, komt Drifters de lokale ‘buitengrappers’ steeds verder tegemoet. “Kom, kom”, mengt de Diplomaat zich vanaf zijn barkruk ongevraagd in het debat, “enkele jaren geleden sprak je nog van kopvoddentaks”. “Toen”, antwoordt Drifters zonder blikken of blozen, “drukte ik mij onvoorzichtig uit, ik bedoelde”, hier aarzelt hij even, “hoofdcouture, dat wilde ik eigenlijk zeggen, hoofdcouture als een best wel chique bijdrage aan het dorpsbeeld van Oudegrap, en daarom overal en bij iedereen toegestaan”. De glimmende appelwangetjes van boerin Braat kleuren nog een tintje roder. De rest van het gezelschap staart Drifters vol ongeloof aan.

Afl. 4 Spelletjes spelen

Verbouwereerd kijkt de Diplomaat naar Krelis die woorden naar hem probeert uit te stoten. “Wt vn jvn menilpn”. Na drie pogingen verstaat de Diplomaat nog steeds niets. “Wa … vn … je … vn … me … nw ..lppn”, spreekt Krelis heel voorzichtig, woord voor woord. “Wat ik van je nieuwe lippen vindt? Je hoeft alleen maar te kwaken en je lijkt sprekend een eend en anders een sprekende eend”. Beledigd wendt Krelis zijn gelaat af om vervolgens het kwartet gedwongen vrienden van dienst te zijn. “Wblf?”. “Wt zg je Krls”, vraagt Drifters wiens kaken vast zijn gaan zitten vanwege zijn continue geforceerde grimas . “Hij vraagt wat jullie believen”, schiet de Diplomaat de arme Krelis te hulp. Uitgeblust kijkt het viertal Krelis aan. De hele week zijn ze bezig geweest met sfeerverhogende spelletjes, overdag moddergevechten en sumoworstelen en des avonds pesten en mens erger je nieten. Vooral Drifters en boerin Braat stortten zich fanatiek op de spelletjes, alleen Fatima en Pietertje deden een beetje lafjes mee. Zij wilden best met Drifters spelen, maar niet voor het echie.

Afl. 5
Het is de stilte,de stille storm

Kunst is kut en klimaat klote. Daar kunnen de vier elkaar wel in vinden. Ze dansen om elkaar heen als in een ballet zonder muziek. Boerin Braat draait verdwaasd een pirouet terwijl Drifters daar, met gesloten ogen, op zijn tenen omheen balanceert. Jezoeskoes en Pietertje Rondtblik houden een beetje apart van de twee een pas de deux. “Ach Uwe Excelentie”, fleemt boerin Braat, “ik zie dat u toch een beetje ontstemd bent”. Opgelucht haalt Drifters zijn grimas van het gelaat en werpt haar zijn vertrouwde stuurse blik toe. De vier dansen meer en meer in slow motion en ook de woorden komen traag uit de mond waardoor ze hol en diep klinken, tot ze uiteindelijk vast komen te staan in een dadaïstisch tableau vivant. Dan slaat de deur met veel geraas open en stormt de plaatselijke jeugd naar binnen. “Hôken, hôken, brullen ze. Dat zal wel lukken want Krelis heeft voor vanavond De Gordelroosjes geprogrameerd.

Afl. 6 Uit Oudegrap niets nieuws

Zorgvuldig stift Krelis zijn volgespoten lippen, al doet die half afhangende kunstwimper zijn accuratesse geheel teniet. “Alles aan je is nep Krelis”, spot de Diplomaat. “net als de snoeperige welwillendheid van Drifters”. Maar aan die beminnelijke houding lijkt een einde te komen daar Drifters tot zijn grote genoegen weer overal problemen ontwaart. Hij leeft van problemen, zonder problemen stelt hij helemaal niets voor, dan is hij als Robert de Niro zonder puistje. De dans macabre die het gehele weekend voortduurde tussen de vier cabaretiers van de Oudegrapse politiek leidt alleen maar tot verder wantrouwen.

Afl. 7 Een dood paard in de Oude Herberg

Terwijl Drifters kwistig met cadeautjes strooit, neemt zijn lieftallige assistente Floor Pakmema ze allemaal met evenveel gemak weer af. En ondanks alle goede voornemens en concessies die hij maakt, bereikt de liefde tussen Drifters enerzijds en Pietertje en Fatima anderzijds het absolute nulpunt. Hoe Ronnie Straal ook sjort, uit deze ten dode opgeschreven vrijage lijkt alle leven te verdwijnen. Niemand wil meer met iemand en ieder weigert voor de ander het als eerste uit te maken. “Moet je nou eens naar dat knuffelkarkas kijken”, mompelt de Diplomaat, “als je een beetje menselijk bent trek je daar de stekker uit”. Maar alle menselijkheid is Straal vreemd. Zijn queeste moet en zal slagen.

Afl. 8 Pittige gesprekken

Soms probeert Krelis in zijn eentje de gehele letterbakgemeenschap te vertegenwoordigen al heeft hij een lichte voorkeur voor de alleenstaande lesbische man, die dan wel weer buiten het leesplankje valt. Vanuit het achterkamertje klinkt luid geschreeuw door tot in de gelagkamer. Pittige gesprekken noemt Straal dat, een synoniem voor keiharde vuistgevechten. Alleen Straal, door de Diplomaat oneerbiedig zeikstraal genoemd, huppelt nog vrolijk in het rond. Uiteindelijke is er maar een mogelijkheid tot ontwarring van deze groteske wirwar van tegengestelde belangen en dat is gedogen, de een de ander en de ander de een.

Afl. 9 Oudegrapse duiten beter besteed

“Oudegrap voor de Oudegrappers. Weg met de buitengrappers. Eigen volk eerst. Gratis wonen. Gratis zorg. Gratis tandarts en bovenal gratis bier”! Tijdens de financiële besprekingen gebruikt Boerin Braat haar pakje sigaretten als telraampje, terwijl Pietertje zijn calculaire bekwaamheid in ingewikkelde formules giet. Ook de numerieke competentie van Drifters steekt daar armetierig bij af. Hij zwaait met een beduimeld bierviltje waarop staat te lezen: ‘kunst is kut en klimaat is klote, zij krijgen nul. De bijstand naar buitengrappers gaat naar nul, dus houden wij over: veel!’ Dit rekensommetje kan zelfs boerin Braat bevatten. Fatima houdt zich er allemaal een beetje buiten, zij heeft grotere zorgen en vraagt zich tobberig af of haar garderobe wel toereikend genoeg is voor nog een week besprekingen.

Afl. 10 Grensoverschrijdend

Boer Braat (verre familie) was de hele nacht bezig geweest om beide toegangswegen tot Oudegrap te barricaderen met ouwe troep waar hij toch van af moest. Dat er wat asbest tussen ligt, deert hem niet; de fik gaat er in. “Asbest is niks kankerverwekkend, dat zegt de overheid, maar dat zijn kankerleugenaars, niks kanker”. “Kan het een beetje minder”, zegt Stella, die vandaag bardienst heeft. Krelis schrijdt wankel op zijn stilettohakjes, schoenmaat vijfenveertig, naar de bar waar hij naast de Diplomaat ploft. “Weet jij waar onze vier ruziezoekers zijn”, vraagt de Diplomaat. “O, die zitten boven in het geheime achterkamertje. Ze zijn in conclaaf over wie het uit mag maken met wie. Ze geven elkaar de schuld van het aanstaande echec, maar Pietertje lijkt de hoofdschuldige te zijn”. “Het zal allemaal wel. Stella, doe mij maar een jong borreltje”. Stella buigt zich naar hem toe en gunt hem een ruime blik op haar decolleté. “Toch ben je een lekker wijf, Stella”. “Dat is grensoverschrijdend, Diplomaat”. Ook goed, dan ben je geen lekker wijf”. Dat is beledigend, Diplomaat”.

 

Afl. 11 Verbazing alom

Heel extreemrechts Oudegrap, dat is half Oudegrap, loopt verward, verbaasd , ontdaan, onthutst en bovenal verbijsterd in het rond. Waar is Pietertje?! Driftig verliet Pietertje het laatste gesprek omdat hij niet langer met rekenkundige onbenullen in gesprek wil en bovendien een bloedhekel aan zowel Drifters als Straal heeft. “Waar zijn ze allemaal zo bang voor”, vraagt Krelis verwonderd terwijl hij nog wat krulspelden in zijn rode lokken zet. “Daar gaat het gratis bier, gaan de huizen naar buitengrappers, mag boer Braat geen pesticiden meer strooien, halveren ze de veestapel en krijgen de graaiers minder”, lacht de Diplomaat. Verontwaardigt zitten Drifters, Fatima en boerin Braat aan de stamtafel en kruipen steeds dichter naar elkaar toe. Misschien moeten ze dan toch maar een triootje?

Afl. 12 Feest in de tent

“Plak die katholieke gluiperd …. achter het bloemetjesbehang … het bloemetjesbehang”, zingt Drifters vrolijk, gekleed in een koningsmantel en een plastic kroontje op het hoofd. Boerin Braat, minder creatief, gaat gekleed in een boerenkiel en Fatima vanzelfsprekend als prinsesje. Zij zwaaien met borden waarop ‘functie elders’ gekalkt staat. Straal die zichzelf abusievelijk per direct ontslagen heeft zit er wat bleekjes . Alleen Pietertje valt er helemaal buiten. Hij is teveel van de centjes, de regeltjes en het nieuwe netjes om mee te doen met al dat gehos en gedijn. “Toch begrijp ik Drifters niet”, merkt de Diplomaat op, “zijn hele leven schopt hij tegen de gevestigde orde aan en nu wil hij het zijn. Of is dat ook een carnavaleske gedachte? Leuk hoor, carnaval, kun je met alle fatsoen heerlijk doorzakken”. “Kom, kom Diplomaat, wanneer ben jij ooit nuchter geweest”. “Daar heb ik zelfs geen passieve herinnering aan, beste Krelis”.

Afl. 13 Fijne recessie

“Kun jij niet wat aan die ruzies doen”, vraagt Stella aan de Diplomaat, die ze zeer hoog heeft. “Ze hebben me gevraagd”, antwoord de Diplomaat quasi gewichtig, “en ik denk dat er geen lieve moedertje aan te helpen is. Dit alles eindigt in een tragisch ballet van een struikelende, zwoegende en stervende zwaan waaruit alle natuurlijke elegantie is verdwenen en er niets rest dan een boerse homp vlees vol lompe, onbeholpen, wroetende ledematen die elkander tot brekens toe bestrijden”. “Zal ik nog maar een borreltje doen?”. “Ja, doe maar hoor, Stella, en nog een fijne krokusvakantie”.

Afl. 14 We zijn weer thuis

De deur van de Oude Herberg slaat met een klap open en bij de ingang staat De Diplomaat met de hoed in de hand en sierlijk buigend voor het binnenstromende publiek. “Welkom, wilkommen, bienvenue. Heden de nimmer eindigende toer van Het theater van de Leugen met in de hoofdrollen: Drifters als verlicht despoot, Fatima als de feërieke feeks, boerin Braat als boerin Braat en Pietertje als desolate zwever”. Krelis staat achter de bar en gaat uit solidariteit met de buitengrapse Oudegrappers in nikab gekleed wat hem het eten en drinken wel een beetje bemoeilijkt. Vriendelijk knikt Drifters Krelis toe. Hij heeft al zijn idealen op nul graden kelvin geparkeerd en kruipt met graagte door dikke lagen stront om maar bij de gevestigde orde te geraken, waar het voorheen zo heerlijk tegenaan trappen was.

Afl. 15 Olympische deelname

Alles calculeert Pietertje in, de voors, de tegens, de plussen en de minnen, om uiteindelijk tot de slotsom te komen dat hij zal gedogen. “Saaiheid troef in Oudegrap. Als bij de Olympische spelen de gouden plakken voor mat, suf, duf en futloos uitgereikt zouden worden dan gaan die zelfs zonder mededinging naar het stoeiende viertal”, fulmineert de Diplomaat. Hij gaat nog eens extra te keer tegen mooie Henkie die de ondankbare taak heeft de boel bijeen te brengen. “die wint met gemak bij het schoonspringen op het onderdeel slome duikelaar”. “Hou je je een beetje in ”, maant Stella hem, “en staar me niet zo aan?”. “Ik verdrink in dat decolleté van je, als in een poel des doods”. “Kijk je wel een beetje uit, Diplomaat”. “Ja, ik weet het, grensoverschrijdend”.

Afl. 16 Valse beschuldigingen

De meeste Oudegrappers hebben schoon genoeg van de formatie van het college. Ze keren weer terug naar het dagelijkse geroddel en achterklap, zoals over boer Braat (geen familie) die zowel de dieren als zijn personeel zou mishandelen. En ook Krelis werd beschuldigd van grensoverschrijdend gedrag door, naar men zei, zwemwedstrijden voor goudvissen in het decolleté van Stella te organiseren, met de tranen van Pietertje als zwemwater. Ook de Diplomaat kreeg beschuldigingen over valse beschuldigingen zijnerzijds over het drugsgebruik bij de Oudegrapse jongeren. Waar overigens niets vals aan was daar het drugsgebruik bij de Oudegrapse jeugd dat van de katholieke jongerenvereniging van Volendam en het christelijk Urker jongenskoor volledig deed verbleken. Wel assisteert de Diplomaat mooie Henkie bij diens schier onmogelijke taak om een ultra-rechts college samen te stellen, waarover later meer.

Afl. 17 Veel te doen om niets

Volgens Kannetje Mehr, de razende reporter van ‘t Briesje, zou Pietertje tot drie keer toe jankend en stampvoetend uit de gesprekken zijn gestormd. Daarnaast krabde hij, naar het schijnt, de varkenswangetjes van Boerin Braat open, kotste hij het nieuwe design van Fatima onder en kakte op de luxe loafers van Drifters. ‘In die übertreibung zeicht sich der Meister’. Kortom, alle pijlen op Pietertje. Toch wilden ze alle drie verder met Pietertje. Volgens Drifters had Pietertje niet echt gekakt, maar slechts een beetje gepoept. Boerin Braat bleef maar roepen “ik wil met Pietertje”. Krelis stond achter de bar en wapperde ostentatief met zijn nieuwe wimpers en schudde bedenkelijk het hoofd. “Is het allemaal echt waar wat Kannetje hier optekent?”. “Welnee, antwoordde de Diplomaat, “het is een orkaan in een borrelglaasje”.

Afl. 18 Vrolijke tijden

In de Oude Herberg overheerst de vreugde over een nakende formering van een nieuw college. De nuffige Fatima met de guitige glimlach gaat op haar best gekleed en ook boerin Braat doet haar best, maar al hijs je haar in de duurste haute couture, het kleed onmiddellijk af tot een vormeloze jutezak. Drifters staat er een beetje bedremmeld bij daar hij toch het liefst verongelijkt aanschopt tegen de gevestigde orde. Met een grimmige grijns maskeert hij bedrukt zijn tweeslachtige gevoelens. “De blijdschap straalt er nou niet bepaald van af”, meesmuilt de Diplomaat en slaat Drifters joviaal op de schouders, “maar maak je geen zorgen man, welke rit je ook tegemoet gaat, je zingt er geen enkele uit. Wat jij, ouwe Jezuïet?”. “Pardon, bedoel u mij”, vraagt Pietertje quasi verbaast. “Natuurlijk bedoel ik jou. Jullie gaan een komisch duo vormen waar nog heel veel plezier aan te beleven valt”.

Afl. 19 Rumble in the jungle

Mooie Henkie drapeert zorgvuldig zijn goudblonde lok alvorens zich tot Kannetje Mehr, de razende reporter van ‘t Briesje, te richten. “We zijn er uit, niemand krijgt een zetel en iedereen komt in de raad”. Parmantig kijkt hij in het rond alsof hij zojuist het ei van Columbus heeft uitgekakt, terwijl hij in feite de poort naar de kooigevechten heeft opengezet. Na de consequenties van deze uitkomst ten volle te hebben overzien klaart Drifters op. Alleen voor de vorm sputtert hij nog een beetje tegen, maar hij weet: de ijskast kan weer open, de messen weer geslepen. Het straatvechtertje bloeit volledig op. Rumble in the jungle: Mohammed Ali versus George Foreman, Rico Verhoeven versus Badr Hari, Drifters versus Pietertje. Prachtig programma met Pietertje als huilende underdog. “Al mijn geld op Pietertje”, lacht de Diplomaat. Verbaast kijkt Krelis, die net zijn nagels te drogen blaast, hem aan. “Ja Krelis, daar kijk je van op maar Pietertje komt altijd als overwinnaar uit de strijd”.

Led Ledelich

Afl. 20 Vlees voor iedereen

Schuimbekkend en stampvoetend van woede beklaagt boerin Braat zich over het dreigement dat de kiloknallers, het bulkvlees, de budgetlapjes uit de schappen worden gehaald. “Wat vind jij daar nou van, Drifters?”, zoekt ze bijval. Drifters vindt er niets van. Behalve om katten geeft hij weinig om dieren. Ja, ons Johnneke, zijn kameraad van het eerste uur, geeft pas echt om dieren. Ze zeggen dat er heel veel geitjes over de wei dartelen met een kale kruin en een matje in de nek, zoveel houdt ons Johnneke van die dieren. “Mensen zij nu eenmaal gek op plofkippen”, briest boerin Braat verder, “echt niet iedereen kan zich een ayam cemani op zijn bordje permitteren”. “Ayam cemani”, vraagt Krelis die voor de gelegenheid een tutu draagt. “Da’s rijkelui’s kip”, helpt de Diplomaat, “die boerin Braat zich blijkbaar wel veroorloven kan”.

Afl.21 Poen, poen, poen, poen

‘T zal je gedacht zijn wat je allemaal met poen ken doen. Je hoort vaak zeggen dat geluk niet zo te koop is maar geld doet wonderen en vooral als ‘t een hoop is”. Terwijl de Diplomaat de maat zwaait, zingt iedereen in de Oude Herberg uit volle borst mee. “De één zegt geld, de ander money, maar wij zeggen poen”. Nu liggen de gedachten over de hoeveelheid te besteden geld flink uiteen. Bij Drifters klotst het tegen de plinten op en bij Pietertje het rekenwonder regeert zuinigheid met vlijt. Krelis houdt zich hier niet zo mee bezig, hij is een beetje beledigd omdat er nog geen deepfakes van hem in pornofilms op het internet te vinden zijn. “Waar is dat geld, waar is dat geld, waar is dat geld”, zingt de kroeg verder op de hoogstaande tekst van Ali B. en Ronnie Flex.

Afl. 22 Eigen geur eerst

Het afgelopen weekend presenteerde Titus Toilet, de man die meent dat reptielen de wereld regeren, een nieuwe geurlijn. Eigenlijk is het gewoon slootwater van achter de weide van boer Braat (geen familie) uit een chique flesje met een verspreider op de dop. Titus wil terug naar de echte man die met in zijn ene hand een knuppel en in de andere hand zijn vrouw aan de haren mee sleurt naar zijn mancave waar hij poker en drankspelletjes met zijn maten speelt terwijl de vrouw gedienstig de drankjes offreert. Titus die eerder wat verwijft oogt dan dat hij op een president van een criminele chapter van een motorbende lijkt, denkt de wensen van een echte man goed te kennen. “Maar Titus”, vroeg de Diplomaat fijntjes, “je weet toch dat een echte vent geen geurtjes gebruikt maar het liefst naar zijn eigen fecaliën riekt?”.

Afl. 23 Njet roebelsky

Titus Toilet bulkt van het geld maar doet altijd moeilijk bij het betalen. “Er staat nog een rekening van je, Titus”. “Dat mantelpakje kleed je keurig af”, paait Titus, die de aandacht wil verleggen. Even glijdt er een glimlach over Krelis’ gelaat, maar daar gaat onmiddellijk een donderwolk overheen. “En toch krijg ik geld van je”. Met veel aplomb tovert Titus een kolossaal pak bankbiljetten tevoorschijn. “Hier, hoeveel wou je hebben?”. “Nee, Titus, ik accepteer geen roebels”. “Da, da, ik betaal roebelsky, towaritsch”. “Njet roebelsky, mallootsky, ik accepteer alleen euro’s. Titus’ ogen staan op steeltjes, de irissen draaien in vliegende vaart rond de sterk uitvergrote pupillen en het schuim staat in de mondhoeken “Kijk uit hoor, of ik sla je voor je bek”. “Hang nou niet de machoman uit, Titus”, mengt de Diplomaat zich in het gesprek, “dat staat een beetje raar want je bent toch echt veel meer een metrojochie”.

Afl. 24 Russische connecties

Ondanks dat Pasen al lang en breed ten einde is blijft Krelis naarstig naar eitjes zoeken. Daarbij gaat hij gekleed in een veel te korte kilt met vanzelfsprekend niets daar onder. Ondanks schoenmaat zesenveertig met zelfgemaakte stiletto hakken banjert hij door de tuin, diep bukkend als hij andere bezoekers ontwaart. Achter in de tuin hangen donkere rookpluimen. Dichterbij gekomen ziet Krelis Titus Toilet druk bezig met het verbranden van stapels papieren. En op die papieren staan afbeeldingen van Dostojevski, Tsjaikovsky of van het Kremlin. “Zo, Titus, ben jij je roebels aan het verbranden?”. “Njet Roebelsky”, liegt Titus vrolijk, “dat is ouderwets behang, daar moet de fik in. En dat is de gehele pravda, Krelis”. “Natuurlijk lieg je Titus, maar wacht maar af, de tribunalen komen”.

Afl. 25 Inhoud versus leegte

Nu het over de inhoud gaat heerst er een oorverdovende stilte, temeer daar het over grote lijnen dient te gaan. En waar bij Drifters stevige balken voor grote lijnen doorgaan is dat bij Pietertje een fijnmazig net. Trouwens het was voor Drifters best moeilijk zoeken naar inhoud daar dat zich beperkt tot ‘Oudegrap voor Oudegrappers’, en dat had hij verplicht in de ijskast geschoven. Ook de inhoud van boerin Braat stelt weinig voor en beperkt zich tot ‘lang leve de boeren’. Waarbij Fatima geroutineerd twee oude lemma’s uit de kast trekt: geen snelheidsbeperking in de bebouwde kom en meer blauw op straat. Dus komt het allemaal op Pietertje neer, die heeft inhoud te over en gaat daar zwaar onder gebukt.

Afl. 26 Wat is wijsheid

Snorremans, de wijsgeer des vaderlands, zette te lande de boel weer eens flink op stelten met een racistische opmerking. Seksisme, homofobie of misogynie zijn de thema’s waar deze hooggeleerde stalmeester van het oppervlakkige zijn verdienmodel van maakt. Half Nederland spreekt schande van de man maar lacht tegelijkertijd besmuikt mee met de smakeloze grollen van ‘s lands duurst betaalde dilettant. “Toch ben ik wel eens jaloers op die man”, verzucht de Diplomaat. “Hoezo”, vraagt Krelis die voorzichtig zijn nepwimper ter grote van een Indiase waaier opplakt. “Nou dat je met zo’n schrijnend gebrek aan kennis toch de alwetende van de polderlogica durft uit te hangen”.

Afl. 27 Stampei

Terwijl de gesprekken steeds stroperiger gaan en muteren in ultra slow motion, barst Drifters uiteindelijk in woede uit. Migranten of asielzoekers, het zal hem allemaal worst. Hij noemt het geteisem, tuig van de richel, gespuis, gajus, waar Oudegrap in zijn geheel van verschoond moet blijven. Zodra het onderwerp ter sprake komt, gaat bij hem de elektrische bedrading onder zijn hersenpan op tilt. Dan knettert het, schieten zijn ogen vuur en komt het stoom uit zijn oren, tot hij stampvoetend en schuimbekkend volledig op hol slaat om ziedend de Oude Herberg uit te stormen. Verbaasd blikken zijn gesprekspartners hem na. Boerin Braat volgt hem. “Gaat het een beetje”, vraagt ze bezorgd. “Maak je niet druk”, antwoordt Drifters, inmiddels geheel tot rust gekomen, “het is allemaal voor de bühne”.