Leo D. Lichteberg

Afl. 23 Politieke kongsi's in het gemoedelijke Oudegrap

“Luister, Mo”, sprak Titus Twalet vleiend, “wij gaan Oudegrap besturen”. Met ‘wij’ had Titus de pluralis majestatis indachtig al liet hij dat veiligjes buiten beschouwing. Samen met Ahmed en Fatima richtte Mo vlak voor de vorige verkiezingen de partij Peins op. Aanvankelijk wilde Mo de partij Mijmer noemen omdat hij dat een mooi woord vond. “Mijmer van mijmeren, prachtig toch”, sprak Mo dromerig tijdens de vergadering. “Maar”, wierp Fatima tegen, “ik betwijfel of de autochtone Oudegrappers de betekenis van dat woord nog kennen”. Dus werd het Peins – “ook een mooi woord trouwens”, vond Achmed. De Diplomaat die ietsje verderop aan de bar hing, ving het gesprek tussen Mo en Titus op. “Dat is de omgekeerde wereld zeg, jullie zijn water en vuur, en dat behoren jullie te blijven”. “Hoor die blanke ouwe man nou weer eens uit zijn ongewassen nek lullen”, sprak Titus ballorig, “wij gaan de bestaande macht omverwerpen”, en hij knipoogde naar Mo, “een nieuwe staat, met een nieuw bestuur”. Dat leek Mo wel wat en zo werd er een kongsi gevormd, een aanzet die tot verhitte gemoederen zou leiden in het anders zo gezapige Oudegrap.

Led Ledelich

Afl. 22 Vers van de pers

“Stop de persen”. Al roepende stormde de razende reporter Kannetje Meer van het Oudegrapse suffertje Het Briesje de Oude Herberg binnen. “Vrouw zonder helm van fiets gevallen, flinke buil op het hoofd”. Geheel buiten adem stond ze voorovergebogen bij de bar uit te hijgen. Weer sloeg de deur van de Oude Herberg open en wederom kwam er een vrouw binnen razen, boerin Braat dit keer. Woedend wees ze naar Kannetje. “Zij heeft mij van de fiets geduwd”, en ziedend priemde ze haar vinger naar Kannetje. “Nou, nou mevrouw Meer, wat jij allemaal niet doet om je kopij binnen te halen”, lachte De Diplomaat. Beschaamd wendde Kannetje zich af, richtte zich op en probeerde een trotse aftocht te maken, wat boerin Braat voorkwam door haar behendig pootje te lichten. Ongelukkigerwijs viel ze met haar voorhoofd op de rand van een tafel waardoor het bloed over haar gezicht gutste. Onmiddellijk maakte ze een selfie. “Kijk”, zuchtte ze verheerlijkt, “twee fatale ongelukken op een dag, dat is nog eens nieuws!”.

Led Ledelich

Afl. 21 Een diplomatiek virtuoos

“Komt die etterende, fieltige gluipsnor vanavond weer de beeldbuis vervuilen”, lacht De Diplomaat sardonisch. “Dat mag toch, hij heeft nergens een kaars in gestoken”. “Wat kijk je daar treurig bij Krelis, alsof je zelf graag ergens een kaars …”. “Wat is er toch met je aan de hand Diplomaat, je doet de laatste tijd steeds grover, schelden, en dan die suggestie?”. “Ik oefen mijn diplomatieke vaardigheden, Krelis, vaardigheden die ik nodig zal hebben omdat ik steviger het debat in wil gaan met Titus Twalet en Boerin Braat, we moeten dat rechtse rapaille voor eens en voor altijd elimineren”. “Ik hoop maar dat je dat overdrachtelijk bedoelt want het zijn wel mijn klanten”. “Ik ben ook een klant, vriend, ik ben je beste klant”. “Ja, maar van jou staat er een rekening van hier tot Tokio”. “Tokio, I am on my way and in my new Toyoto it’s not so far away”.

Led Ledelich

Afl. 20 Een blik zwarte Polen en een troep Afrikaantjes

Terwijl Krelis zijn minirokje schikt, slaat De Diplomaat met een doffe dreun zijn lege pul op de bar. “Wel alle Oekraïense granaten, godbetert, nondeju, waar blijft mijn Keteltje, klapluis!”. “Nou, nou, Diplomaat zo kan het wel weer. We kampen, zoals je wel weet, met enorme personeelstekorten”. Boerin Braat knikt instemmend, ook zij kampte met een groot tekort aan aspergestekers, aardappelrooiers en aardbeienplukkers. Titus Tailet begint zich er eveneens mee te bemoeien: “bij de uil van Minerva, er wordt nergens nog lavendel geplukt. Misschien moeten we toch nog ergens anders gastarbeiders vandaan plukken. We hebben vast wel voldoende stapelbedden om die gasten te huisvesten”. Verschrikt slaat hij beide handen voor de mond, hij was toch voor een monocultuur? Oudegrappers eerst? Dan denkt hij weer aan zijn oude demente moedertje die volslagen onverzorgd vast aan het bed gebonden ligt. Misschien moeten we toch een blik zwarte Polen opentrekken of anders wat Afrikaantjes ronselen. Boerin Braat kan vast haar ontruimde kippenstal ombouwen tot kost en inwoning? Ondanks dat De Diplomaat bepaald geen tegenstander van de allochtone Oudegrapper is, vindt hij verdere immigratie een slecht idee. “Laten we zelf wat meer de handen uit de mouwen steken”. En prompt voegt hij de daad bij het woord door zichzelf een flinke pul bier te tappen met een dubbele borrel daarnaast.

Led Ledelich

Afl. 19 Tranen vanwege gebroken bloemen

“Kopknetter, Krelis”. Krelis, die met een wijd uitlopende kwast zijn wangen bepoedert, geeft geen enkele sjoege. “Krelis, kopknetter, ben je doof? Of Oost-indisch doof?”. “Nee, Maleisisch-doof, nou goed. Ik huil om bloemen in de knop gebroken. Dat zou jij ook eens moeten doen, Diplomaat”. “Je wéént om bloemen in de knop gebroken, Krelis, huilen is een beetje ordinair in deze”. “Ik haat van jou, Diplomaat”. Zonder verder te vragen schenkt hij De Diplomaat een biertje en een borreltje. Van buiten klinkt een aanzwengelend gebrom dat met een doffe knal tot stilte komt pal voor de deur van de Oude Herberg. “Daar zal je haar hebben, boerin Braat, in haar peperdure Lamborghini”. En inderdaad knalt de deur van de kroeg uit haar sponningen omdat de tractor van boerin Braat er keihard tegenaan kantelt. Met een sierlijke sprong laat zij haar volumineuze lijf op de houten vloer landen, dat een beetje kraakt door het gewicht. “Arnold is dood, Rot is dood, Vrienten is dood. Ze gaan er allemaal aan, er blijft geen muziek meer over”, roept ze met een lijkbleek vertrokken gelaat”. “Juist, Diplomaat, dat zijn de bloemen in de knop gebroken waarom ik huil, pardon, ween bedoel ik”.

Led Ledelich

Afl. 18 Eigen geld eerst

Terwijl Krelis nonchalant zijn oogmascara aanbrengt, foetert hij tegen Titus Twalet dat er in zijn kroeg niet met Fora betaald kan worden. “Eerst wilde je met roebels betalen en nu dan met Fora, wat zijn dat nou weer in godesnaam?”. “Dat is de nieuwe munt waar wij voortaan mee gaan betalen, te beginnen in Ouwegrap”, zegt Titus trots. “Hebben jullie een eigen pers dan en waar baseren jullie de waarde op”, schampert De Diplomaat. “Op mijn goudvoorraad”. “Goudvoorraad, heb jij een goudvoorraad”, lacht De Diplomaat. Titus heeft grootse plannen met Ouwegrap. Het moet een vrijstaat worden met eigen scholen, alleen voor ingeboren Ouwegrappers. Alles moet gezuiverd, elke allochtoon moet weg, uitgezonderd enkelen dan die het vuile werk op mogen knappen. Iemand moet het doen. Wel moeten winkels een aparte ingang voor vreemdelingen hebben en eigen, ratelende karretjes waarmee ze hun komst aankondigen. Verhit wappert Titus met vellen papier waarop hij honderden stellingen heeft geschreven. “Zeg, Titus”, mengt Stella Wijdbeens zich in het gesprek. Ze werkt eveneens als huishoudster voor Titus: “slijt jij die keiharde hompen brood in je keukenkast nou echt voor goud broodjes?”.

Led Ledelich

Afl. 17 Een schip in de Gouw

Er ligt een enorm gevaarte in de Gouw, het watertje dat achter de Oude Herberg langs loopt. Het past amper in de breedte en met haar lengte van zo’n vijfenzeventig meter kan het de kont nauwelijks keren. “Rijkelui’s armoe noem ik het”, sneert De Diplomaat, “wat moet je nou met zo’n sloep”. “Een sloep, noem je dat een sloep?”, vraagt Stella Wijdbeens die vandaag achter de bar staat. Krelis, naast uitbater van de Oude Herberg eveneens burgemeester van Oudegrap en sinds kort lokaal coördinator sanctienaleving en handhaving is druk doende de schuit aan de ketting te leggen. Pjotr Korsakov, de eigenaar van FC Ouwegrap Vooruit, staat naast Krelis en probeert de tros uit diens handen te trekken. “Die bodem is van jou, Pjotr”. “Daar heb ik geen enkele herinnering aan”, antwoord Pjotr, zijn achternaam eer aan doend. Vanuit de verte komt Titus Twalet aangestoven, zwaaiend met papieren. “Krelis! Krelis!”, schreeuwt Titus, “dat schip is van mij. Hier kijk maar”, en hij duwt de papieren onder de snufferd van Krelis. “Inderdaad zeg, het is werkelijk waar, de Moskva, zo heet die schuit, staat op jouw naam”. “O ja”, roept Pjotr, “nou herinner ik het me weer”.

Led Ledelich

Afl. 16 Een kort geheugen

Met ontblote bovenbast draaft Titus Twalet over het pleintje voor de Oude Herberg. Hij doet alsof hij te paard gaat. “Wat een vent die Putain! De ware leider die zelfverrijkend Nederland node ontbeert”, brult hij. Behendig mimet hij dat hij van zijn denkbeeldige paard springt en knoopt het illusoire leidsel aan een fictieve lantaarnpaal. Zes jaar geleden overtuigde hij, in een Oekraïne-referendum, de helft van de kiezers uit Oudegrap dat de Oekraïne nooit mocht worden toegelaten tot de Navo. Terwijl nu, vanwege een Russische politionele actie, zoals Putain dat noemt, het hele dorp uitloopt om slaapplaatsen voor arme vluchtelingen te creëren. Boerin Braat laat Mo en Mustafa haar Augiasstal uitmesten. Bij Huppel, die nog bij zijn oude moeder inwoont, staat nog een hondenkot in de achtertuin, groot genoeg voor een klein gezin bestaande uit kleine mensjes, vindt Huppel. Ondanks dat De Diplomaat zich nooit buiten de Oude Herberg begeeft, ontgaat hem niets van al die activiteiten in het dorp. “Tja, weet je”, mompelt hij, “ik ben een drinker met een goed geheugen, terwijl de rest van dit dorp evident aan Korsakov lijdt”.

Led Ledelich

Afl. 15 Corona is voorbij

“Laat los dat juk en drink je maar een ongeluk”. “Zo zo Diplomaat jij hebt er zin in”, antwoordt Krelis die met nagellak een ladder uit zijn zwarte nylonkous probeert weg te werken. “Daar heb jij helemaal geen juk voor nodig Diplomaat”, mengt Stella Wijdbeens zich in het gesprek, “jij drinkt je zo al een stuk ongeluk”. “Mijn juk dat zijn de anderen, parafraseer ik maar eens een franse filosoof”. “Doe maar ingewikkeld met je franse filosoof, Diplomaat. “Jazeker Stella, lief. Kijk, jij bent de helft van die anderen en daarmee de helft van mijn juk”. “O, nou krijg ik zeker de schuld dat jij je dagelijks het leplazarus zuipt?”. “Het is geen schuld Stella, het is een verdienste”. “Volgens mij ben jij helemaal matjeklap, Diplomaat”. “Ja, matjeklap op jou”. “Ga toch weg jij, vieze ouwe man”, zegt Stella blozend terwijl ze hem liefdevol een keteltje bijschenkt. “En een biertje Stella, een gewoon biertje. Corona is voorbij”.

Led Ledelich
 

Afl. 14 De Diplomaat viert het leven

“Krijg de covid, met je coronakapsel!”. Nou kon je alles tegen Krelis zeggen, maar niets over zijn haardracht, behalve dan als het loftuitingen waren. Aan zijn frisuur besteedde hij des ‘s morgens zeker wel drie uur. Vandaag droeg hij het haar zwaar opgestoken en had er met haarspelden wat bankbiljetten in gestoken alsof hij een hoer in een Turks bordeel betrof. Woedend greep hij Titus Twalet bij de kraag en smeet hem de kroeg uit. Hij flikkerde de kruiwagen met roebels van Titus achter hem aan. “Denkt dat heerschap met roebels te kunnen betalen”. Zijn woede ebde al snel weg bij het aanzien van de drukke klandizie in zijn kroeg. Een ‘ver van mijn bed oorlog’ kon de pret niet drukken. De plaatselijke jeugd had veel te veel in te halen. Genoeglijk bekeek De Diplomaat dit alles van een afstandje. “Ik vind het goed dat jullie naar de Oude Herberg zijn gekomen”, sprak De Diplomaat, “het doet me deugd te zien dat jullie de tanden in het witte schuim zetten. Laten we allen het leven vieren”. En hij droeg Krelis op om de bom te laten vallen. “Laat maar vallen, want het komt er toch wel van”, galmde de hele kroeg in polonaise met De Diplomaat mee.

Led Ledelich

Afl. 13 Njet roebels

“Nee Titus”, sprak Krelis geërgerd, “je kunt hier niet met roebels betalen”. Ook vandaag hing er weer een walm van lavendel rond Titus Twalet. In zijn knuisten hield hij flinke stapels roebels en alle zakken van zijn driedelig pak puilden er van uit. “Diplomaat, jij bent toch in Moskou gestationeerd geweest”, richtte Titus zich tot De Diplomaat. “Heb ik dat gezegd”, vroeg De Diplomaat verbaasd, “dan heb ik Ketel 1 toch ietwat te vaak tot op de bodem bestudeerd”. “Daar zal het wel wodka geweest zijn”, sneert Titus. “Stolichnaya”, glimlacht De Diplomaat verrukt. “Je hebt zelf gezegd wat een prachtvent die Putain is, Diplomaat”. “Dan moet ik toch echt wel laveloos, ladderzat, starnakel bezopen zijn geweest, Titus”. “Jullie zijn kabouters, Mickey Mouse denkers”, huilde Titus terwijl hij een kruiwagen volgestouwd met roebels in de richting van Krelis schoof, “wil je echt niet Krelis, één wijntje, één wijntje slechts?”. “Donder op Titus, ik moet jouw roebels niet, njet roebels”.

Led Ledelich

Afl. 12 De tactiek van de omgekeerde waarheid

Wederom parkeerde boerin Braat haar peperdure tractor zodanig voor de deur van de Oude Herberg dat die ten tweede male uit de sponningen sprong. Behendig huppelde ze naar binnen en wierp handenvol flyers als confetti over de bezoekers. Titus Tailet explodeerde bijkans. “De hoer van Minerva”, brulde hij getergd. “Was het niet de uil”, opperde De Diplomaat droogjes. “De Uil van Minerva”, verbeterde Tailet zichzelf ongewild, “hou jij je er buiten Diplomaat”. De reden van Tailets woede was dat boerin Braat precies hetzelfde wilde als hij. Zij wilde dat Oudegrap economische sancties tegen de Oekraïne moest treffen vanwege de Russische inval in dat land. “Natuurlijk moest Rusland dat inferieure land binnenvallen. Genocide! Mishandeling! Bloedvergieten van arme Russische mensen”! “Maar we hebben toch geen enkele economische band met de Oekraïne”, vroeg Krelis, naast uitbater van de Oude Herberg eveneens burgemeester van Oudegrap, zich af terwijl hij net zijn laatste krulspeld uit zijn haar verwijderde. Tailet, Braat en Drifters gebruikten alle drie de tactiek van de omgekeerde waarheid die vanzelf tot een nieuwe en juistere waarheid moest lijden. “Mij begint het te duizelen, hoor, hoe kan ik nou uitmaken wat waar is”, sprak Krelis ontzet. “De waarheid, Krelis, is afhankelijk van de meest overtuigende spreker. En doe me nou maar een kopstootje, want ik krijg hoofdpijn van je”.

Led Ledelich

 

Afl. 11 De Diplomaat over vrouwen

“De meeste vrouwen zijn lelijk”. “Wat zeg je nou, Diplomaat?”. “Net als jij, Krelis, jij bent ook lelijk”. “Hoezo ik?”. “De meeste vrouwen zijn lelijk en dat weten ze ook!”. “Volgens mij ben je starnakel bezopen, Diplomaat”. “Kijk nou eens om je heen, Krelis”. En met een weids gebaar wijst hij naar de jonge meiden en de oude dellen in de zaak. “Zie je hoe ze hun wanstaltigheid proberen te verdoezelen met behulp van kilo’s plamuur en liters acryl?”. Opzichtig probeert Krelis wat mascara uit zijn ogen te wrijven. “Ze weten het. Bezien zich elke ochtend vol afgrijzen in de spiegel en weten niet hoe snel ze hun euvels weg moeten kwasten”. De Diplomaat grinnikt. “Mannen daarentegen zijn mooi en worden mooier met de jaren, kijk naar mij”. “Waarom zeg je dat allemaal, Diplomaat?”. “Welnu, ik begrijp die obsessie van mannen als Ali BahBah eenvoudigweg niet”. “Maar beweer je dan dat vrouwen die zich opdirken het verdienen dat hijgerige mannen zich aan hen opdringen?”. “Zeker niet. Wel denk ik dat die mannen aan een mentale vorm van staar lijden”.

Led Ledelich

Afl. 10 Naamsverwarring, roddel en achterklap

“Zijn die Lichteberg en Ledelich nou één en dezelfde”, verzucht De Diplomaat geërgerd. “Sterker nog”, antwoord Krelis die De Diplomaat ongevraagd een kopstootje schenkt, “Die D. van Lichteberg staat ook ergens voor”. “Voor Droplul zeker, of Druiloor”, schampert De Diplomaat. “Nee, nee. Het schijnt dat iedereen die raadt waar die D. voor staat straks 1.15 euro korting op het nieuwe boek van Lichteberg krijgt. Dat moeten ze dan wel melden op de facebook pagina van Ledelich”. “Jij bent goed op de hoogte zeg”.

Natuurlijk is Krelis goed op de hoogte. Krelis is als opperhoofd relnicht met heteroseksuele trekjes de roddelkoning van Oudegrap, groter en belangrijker dan Hummie van der Tonnekreek ooit was voor het godganse land. Zijn laatste roddel betreft Huppel die met de a van aseksueel ook geen plek in de letterbakgemeente wist te verkrijgen. Binnenkort komt Huppel uit de kast volgens Krelis. Hij doet het wel met iemand of iets! Er gaan geruchten dat Huppel een labradoedel heeft aangeschaft en dat hij dat wel een héél erg lief dier vindt. “Hier kom ik later in detail op terug”, besluit Krelis.

Led Ledelich

Afl. 9 Gelukkig Nieuwjaar

Krelis, de uitbater van de Oude Herberg, worstelde zeer met zijn gender-identiteit. Hij leed er diep onder dat er voor hem geen specifieke letter bestond in de letterbakgemeenschap. “Hoeveel wc’s moet ik hier nou plaatsen Diplomaat?”. “Ja, Krelis, jij ook gelukkig nieuwjaar, krijg ik een kusje van je?”. Krelis bloosde. “Ik ben toch geen homo!”. Dat was nou het hele punt; Krelis voelde zich buitengesloten. Hij had toch ook recht op een letter? Graag droeg hij korte, schotse rokjes zonder onderbroek. Hij vond het prettig om diep voorover te buigen om het publiek een goede inkijk in, of op, zijn klokkenspel te geven maar dat maakte hem nog geen plotloodventer, en als hij dat al was, de ‘p’ kon je niet terugvinden in de letterbakgemeenschap. “Eigenlijk ben ik maar een samenraapseltje van vele seksuele aberraties”. “Nu hou je op met al dat zelfbeklag, Krelis, schenk mij een Ketel 1, een Corona en knal een fles van je beste champagne open, en dat allemaal op jou eigen kosten!” Gelukkig Nieuwjaar allemaal.

Led Ledelich

Afl. 8 Feest in de Oude Herberg

Er kunnen onvermeende krachten naar boven komen drijven als een mens veronderstelt in grote angst te verkeren. Zo ook bij De Diplomaat toen hij hoorde dat er op de snelweg pal achter de Oude Herberg een vrachtwagen met bier was gekanteld, erger nog Corona-bier. Hij spurtte, wat hij anders nooit deed, de kroeg uit, richting snelweg en met een ongewone kracht wist hij de vrachtwagen weer op de wielen te krijgen. Uit dankbaarheid parkeerde de vrachtwagenchauffeur de wagen pal voor de Oude Herberg en laadde vrolijk twee pallets met bier uit ten gunste van De Diplomaat. Wat kon De Diplomaat in zijn generositeit anders doen dan dit met iedereen te delen? Hij nodigde alle inwoners van Oudegrap uit tot burgelijke ongehoorzaamheid om het heugelijke feit met hem te delen. Het bleef heel lang feest in de Oude Herberg.

Led Ledelich

Afl. 7 Alles is liefde

“Ziekte moet je met ziekte bestrijden. Dat komt uit de homeopathie. Dus ga ik Corona met Corona te lijf”. Behaaglijk krult de Diplomaat zich in de grote leren fauteuil waarin alleen hij plaats mag nemen. En als hij daar dan in zit, houdt hij letterlijk zitting. Het is druk om hem heen. Huppel die zich in duizend onwaarachtige mea culpa’s buigt, wil zijn aandacht, maar ook Hubert heeft het moeilijk. Boerin Braat zit met prangende vragen en Stella Wijdbeens, de onbezoldigde sekswerker van het Jaagpad, zoekt een antwoord. Ze vraagt zich af of ze door moet gaan met Mo, de knuffelallochtoon met een horloge om zijn pols ter grote van een wekker. “Kom, Diplomaat, we hebben grotere problemen in Oudegrap”. “Rustig, Huppel, jij komt echt ook aan de beurt”. Nu begint ook Hubert van zich te doen spreken. “Gevaccineerd, ze moeten allemaal gevaccineerd!”. Het schuim staat bijna op zijn mond. “Vandaag gaan we alleen op Stella in”, spreekt de Diplomaat ferm. Vanuit de boxen klinkt Alles is liefde. “Hoor je dat, de liefde, de liefde daar draait het allemaal om”. Tevreden met zichzelf en blij dat hij zich overal vanaf kan doen draait de Diplomaat zich naar de bar. “Nou Krelis, waar blijft mijn Corona? Doe er een keteltje bij, Ketel 1, dat houdt je op de been.

Led Ledelich

Afl. 2 Het geld klotst tegen de klippen op

Ondanks dat Wipke elke ondernemer uit Oudegrap ruimschoots schadeloos stelt voor het inkomensverlies door coronamaatregelen blijft het dorpshuishoudboekje prima op orde. Sterker nog, nooit eerder stond Oudegrap er zo florissant voor, het geld klotst tegen de klippen. Met bakken gaat het er uit, en komt er, wonderlijk genoeg, met dekschuitladingen weer binnen. Vandaar ook dat de jeugd massaal thuisfeestjes organiseerde met een rondje ‘virushappen’ als hoogtepunt. Brutaal hoestten, niesten en fluimden ze dan in elkanders gezicht – de pandemie levert immers geen windeieren op.

“Nee, Hubert, je komt er niet in”. Bedremmeld staat Hubert voor de deur van de Oude Herberg. Vandaag draagt hij zijn met koeien beschilderde klompen. “Maar ik ben mijn QR-code vergeten. Hij ligt thuis. Je kent me toch: Hubert, ik ben Hubert en moet me tot het volk richten.”. “Nee, Hubert, je kan richten wat je wilt, maar zonder QR-code kom je er niet in”, zegt Krelis ferm en slaat de deur voor Huberts neus met een doffe dreun dicht.

“Die Hubert”, zegt Krelis, naast uitbater ook prominent vertegenwoordiger van de letterbakgemeenschap, “legt iedereen maar wilde maatregelen op en denkt daar zelf aan te ontkomen”. Moeizaam probeert Krelis zijn blonde suikerspinpruik, die vreemd contrasteert met zijn woeste, donkere baard, recht te trekken. “Hou nou eens op met dat gefriemel aan jezelf, Krelis. Doe mij een kopstootje”. “Een keteltje, Diplomaat?”. “Ja, en een Corona”.

Led Ledelich

Afl. 3 Lekker Doorzuipen

Trots draait boerin Braat haar nieuwe tractor, een Lamborghini onder de tractoren, maar dan prijziger, het dorpsplein op. Een van de hightechsnufjes behelst een kleine ventilator die recht op haar ronde, vlezige gezicht staat waardoor haar lange, zwarte krullen, stoer naar achteren wapperen. De anders best wel geroutineerde bestuurder maakt een stuurfout met als gevolg dat het vehikel vervaarlijk begint te kantelen. Snel gooit ze het stuur om, maar ze kan niet voorkomen dat ze met een knal de deur van de Oude Herberg forceert.

“Ook goedemiddag”, mompelt de Diplomaat onaangedaan. Behendig springt boerin Braat van de tractor en doet alsof dit haar dagelijks manier van binnenkomen is: “Wil je wat van me drinken, Diplomaat. Ach wat, doe maar een rondje voor de hele tent, Krelis”. Er klinkt een luid gejuich uit de kelen van de plaatselijke jeugd die massaal aanwezig is. Gek genoeg heeft geen van de jongeren een mobieltje bij zich of anders is daarvan de batterij leeg, zo beweren ze. Wel kunnen ze allemaal een papieren coronacheck overhandigen. “Vreemd, Diplomaat, al die checks springen op groen en geven allemaal LD_DEC als detail. Wat betekent dat toch?” “Dat is simpel Krelis, Lekker Doorzuipen tot december, daar staat dat voor”. “O, gelukkig, als ze dat maar bij mij blijven doen”.

Led Ledelich

Afl. 4. Ophef Zonder Vertier

Er hangt een wolk van lavendel over het plein en midden in die wolk gaat Titus Twalet schuil als tamboermajoor met achter hem één grote kinderschare. “Allemaal zonder pardon voor het vuurpeleton”, klinkt het engelachtig uit hun mond. “Kopknetter, Krelis. Doe me een Keteltje en een Corona”. Van buiten gaan de kinderstemmetjes over in een ander lied: “Wat rot, wat rot, ze gaan op het schavot”. “Wat klinken die kinderen toch lief”, zegt Krelis zichtbaar aangedaan. “Lief! Ben je helemaal besodejuterd. Dat zijn rechtstreekse bedreigingen”.

Huppel en Hubert zitten er bleek en aangedaan bij. Titus, oprichter van de Oudegrapse partij OZV (Ophef Zonder Vertier) zweept de achtste-groepers steeds verder op tot ze uiteindelijk hysterisch gillend over het plein stuiven. Triomfantelijk stapt Titus de Oude Herberg binnen. Woedend springen Huppel en Hubert op, bijgestaan door boerin Braat. Ze roepen dat het zeer ongepast is en dat er iets moet gebeuren maar Titus blijft beheerst. “Wat nou, een vuurpeloton? Allemaal een zurebom, dat zingen de kinderen. En niks geen schavot. Ze hebben het over een schavuit”, zegt Titus flegmatiek terwijl hij grinnikend naar Huppel kijkt.

Led Ledelich

Afl. 12 de Diplomaat gaat aan de test

het is allemaal anders