Met de jaren leerde ik los te laten
De kroegen, het zwerven door inktzwarte nachten
Hopeloze tochten langs venerisch zieke hoeren
Meisjes ooit, met sprankelende ogen, glimmende lippen
Soms zag ik het dagen, een bleke zon
doodvermoeid van het opklimmen tegen de duisternis
Weer een dag om bij te komen van een verloren nacht
en een scharlaken vrouw die al te gewillig haar benen spreidde
Het is voorbij. Door de jaren heen leerde ik te kuieren
En mij te verbazen over het groene loof afstekend tegen het blauw
Rode daken. Een niet aflatende verbazing die op mijn netvlies plakt
Het is voorbij omdat het aldoor weer opnieuw beginnen mag
Kleuren die zich telkens weer openbaren bij de dageraad
Kleuren als de klanken van het oog.